DEN HAAG De trein moet de beste keuze worden voor het vervoer over korte afstanden binnen Europa. Dat wil Staatssecretaris Stientje van Veldhoven van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De komende jaren moeten volgens haar zo’n 2 miljoen passagiers op korte Europese bestemmingen uit het vliegtuig en in de trein.
In een rapport van het ‘Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid’ (KiM), dat aan de Tweede Kamer is gestuurd, wordt beschreven hoe deze ambitie het beste kan worden gerealiseerd.
"Winst voor milieu"
De reiziger wil snel, comfortabel en voordelig kunnen reizen binnen Europa. Het KiM heeft daarbij berekend hoe deze variabelen bijdragen aan de overstappen van de reiziger uit het vliegtuig in de trein. Daaruit komt naar voren dat op de trajecten van en naar Londen, Brussel, Parijs, Frankfurt en Düsseldorf de grootste kansen liggen om die overstap te maken. Staatssecretaris van Veldhoven: "Meer mensen in de trein is winst voor het milieu, goed voor onze economie en betekent minder drukte op de wegen en vliegvelden. Duurzaamheid wordt steeds breder gedragen binnen onze samenleving en deze stevige ambitie past daarbij. Je merkt ook dat de maatschappij daarin verandert. Er zit energie in deze agenda".
Lees ook: Thalys-brengt-fors-meer-reizigers-van-Amsterdam-naar-Parijs
Goede samenwerking
De Staatssecretaris richt zich voor de optimalisatie van internationale treinreizen op drie belangrijke verbeterpunten: reistijd/frequentie, prijs en comfort. Wanneer alle maatregelen uit het rapport tot uitvoering worden gebracht in de komende jaren, betekent dit potentieel dat vijftienduizend korte vluchten binnen Europa kunnen worden verminderd. Om barrières tussen het combineren van vlieg- en treinreis te verminderen is daarbij goede samenwerking tussen trein-, vliegmaatschappijen en luchthavens nodig. Ook op het Europese speelveld is meer samenwerking gewenst.
Lees ook: Snelle-treinen-voor-korte-vluchten