Janny Brandes-Brilleslijper was in de Tweede Wereldoorlog een verzetsvrouw van Joodse komaf. Veel van haar persoonlijke bezittingen, zoals persoonsbewijzen, een poesiealbum en een brief van haar vader zijn bewaard gebleven en werden vandaag door haar zoon, Rob Brandes, overhandigd aan het Verzetsmuseum in Amsterdam.
Janny en haar zus Lien danken hun bekendheid vooral aan de bestseller 't Hooge Nest van Roxane van Iperen. In 2012 kocht Van Iperen het huis en raakte zij geïnteresseerd in het verhaal van de twee zussen.
Tijdens de restauratie kwam zij tastbare herinneringen tegen van de familie die onderdook. 'Met onze blote handen', zo schrijft Van Iperen, 'trekken we de vloerbedekking los en in bijna iedere kamer ontdekken we luiken in de houten vloeren en schuilplekken achter oude lambrisering. Daar treffen we kaarsstompen, bladmuziek, oude verzetskrantjes aan. Zo begint ook de reconstructie van de geschiedenis van 't Hooge Nest. Een verbijsterende geschiedenis die, zo blijkt, een belangrijk deel van ons oorlogsverleden omvat, dat onder een breed publiek onbekend is - zelfs in de omgeving van het huis.'
"Het ging haar om het in stand houden van het verzet"
Begin februari 1943 trok de familie Brilleslijper in 't Hooge Nest. Het huis werd al snel een van de grootste onderduik-adressen van Nederland: een ware onderduik-gemeenschap. In de zomer van 1944 werden ze verraden en zijn de meeste bewoners gearresteerd.
Hun mannen en kinderen weten te ontsnappen, maar Janny en Lien worden vervolgens gedeporteerd naar Kamp Westerbork. Hier moesten ze oude batterijen demonteren. Ze raakten er ook bevriend met Anne en Margot Frank. De kinderen van de zussen werden op het laatste moment niet weggevoerd omdat ze half-Joods waren.
Familie vergast
Op 3 september 1944 werden Janny en Lien, hun ouders en ook de familie Frank gedeporteerd naar vernietigingskamp Auschwitz. Ze waren deel van het laatste transport van 279 Joodse gevangenen vanuit Westerpark. De ouders en het broertje van de zussen overleefden het niet: zij werden direct na aankomst vergast.
De zussen werden niet vermoord in Auschwitz, ze bleven altijd bij elkaar. Toen de Westerse en Russische troepen in Polen en Duitsland oprukten, werden Janny, Lien en de zussen Frank overgeplaatst naar concentratiekamp Bergen-Belsen in Duitsland. Hoewel daar geen gaskamers waren, waren de omstandigheden er verschrikkelijk: enorme drukte, kleine barakken, geen voedsel en drinkwater en veel dodelijke ziektes. Er stierven ongeveer duizend gevangenen per dag, ook Anne en Margot Frank. Janny en Lien moesten hen begraven in één van de massagraven.
Op 15 april 1945 werd kamp Bergen-Belsen bevrijd door de Engelsen. De vermagerde Janny en Lien hadden het overleefd en werden, na een lange reis naar Nederland, weer herenigd met man en kinderen.
"Wij zijn ontzettend blij met deze aanwinsten"
Er zitten veel persoonlijke spullen in het archief, maar niet alles komt uit de oorlog zelf. De spullen uit de oorlog zijn vooral documenten van Bob Brandes. Wat Filip Bloem bijzonder vindt is een poesiealbum en een klok die op de schoorsteen van 't Hooge Nest heeft gestaan. "Hier staan onder andere gedichten van haar zus in die de band tussen de twee zussen illustreert. Wij zijn ontzettend blij met deze aanwinsten."
💬 Wil je niets missen uit Amsterdam?
- Blijf op de hoogte via nhnieuws.nl/amsterdam
- Mail je tips naar [email protected]
- Praat mee en deel jouw nieuws in onze speciale Amsterdamse Facebookgroep!
Tikfout gezien? Laat het ons weten via [email protected]