Ga naar Content

Zeventiende-eeuws scheepswrak bij Texel zit nog vol geheimen: "Maar geen nieuwe jurk"

De opgraving van het scheepswrak 'Burgzand Noord 9' nabij Texel is deze week hervat. Maritiem archeologen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) onderzoeken de komende twee maanden het achterschip. Het scheepswrak is vermoedelijk een straatvaarder uit de zeventiende eeuw die handel dreef in het Middellandse Zeegebied. Het schip ligt in de buurt van het Palmhoutwrak waar de bekende jurk uit gehaald werd.

Duikers zijn bezig met het onderzoek van Burgzand Noord 9 - Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Deze week is een team van maritiem archeologen van RCE en studenten van Universiteit Leiden en Saxion Deventer gestart met het onderzoek naar het scheepswrak 'Burgzand Noord 9'. Het is één van de zestien scheepswrakken die in de Waddenzee nabij Texel ligt. De wrakken lagen voorheen onder de zeebodem, maar door de stroming komen veel van deze wrakken boven te liggen.

Schat aan nieuwe informatie

"Alle wrakken zijn op hun eigen manier heel bijzonder", zegt projectleider en duiker Thijs Coenen. Als de schepen 'bloot' komen te liggen, worden deze aangetast door paalworm en bacteriële werking. Eén van de wrakken waarbij dit proces goed zichtbaar is, betreft Burgzand Noord 9.

"Dit wrak komt uit het midden van de 17e eeuw en is vermoedelijk een straatvaarder. Dit schip heeft in de Straat van Gibraltar in het Middellandse Zeegebied gevaren. En het heeft daar handel gedreven. Daar is nog weinig van bekend en er is ook weinig aandacht voor geweest", zegt Coenen. De interesse ging vooral uit naar de VOC-schepen. "Dit schip levert een schat aan nieuwe informatie op. En helemaal omdat er van de scheepsbouw uit die tijd weinig bekend is."

Thijs Coenen: Dit schip levert een schat aan nieuwe informatie op. - Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

In de 17e eeuw werden geen bouwtekeningen gemaakt. "Alle kennis die wij nu opdoen, komen uit archeologische bronnen." Het schip is vergelijkbaar met het Palmhoutwrak waar Texelse duikers de inmiddels bekende jurk uit hebben gehaald. "Dit schip heeft dezelfde datering. Er is ook hetzelfde type aardewerk aan boord gevonden." Het Palmhoutwrak is ook een straatvaarder geweest. "Dit zou zomaar een zusterschip kunnen zijn. Alleen dit schip is veel minder goed bewaard gebleven."

Slechte conditie

Een groot deel van het scheepshout was al bij het eerste onderzoek in 2002 in matig tot slechte conditie en leek regelmatig geraakt te zijn geweest door sleepnetten. Om die reden zijn alleen twee vondstrijke gebieden in het voor- en achterschip destijds afgedekt met steigergaas.

"Dit schip is open geklapt", zegt Coenen. "De lading is al in de loop der eeuwen voor een groot deel weggespoeld. Alleen dit schip is wel toegankelijker en makkelijker te onderzoeken dan het Palmhoutwrak. Je hebt geen metersdikke laag met vondsten die je moet opgraven en documenteren. Dat maakt het allemaal iets overzichtelijker."

Een duiker springt van het onderzoekschip het water in. - Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Coenen verwacht geen bruidsjurk zoals uit het Palmhoutwrak aan te treffen, destijds omgedoopt tot de 'Nachtwacht van de Nederlandse maritieme archeologie'. "Bij de eerste opgraving hebben we verschillende soorten touw gevonden en andere onderdelen van de tuigage", zegt hij. "Dat zijn bijzondere dingen om te vinden, want op land vergaat dit materiaal enorm snel. Ook onder water spoelen alle organische materialen als eerste weg. Alleen als het wrak snel toegedekt raakt met sediment, dan blijft het lang bewaard."

In het schip werden verschillende soorten touw aangetroffen. - Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

De komende weken wordt het achterschip onderzocht. "Daar waren de verblijfsruimten van de bemanningsleden", gaat Coenen verder. "Ook de kruitkamer zat in het achterste deel. We verwachten hier wel delen van het geschut te vinden en ook persoonlijke eigendommen."

De 'Burgzand Noord 9' ligt slechts een paar kilometer van het Palmhoutwrak. "De reden dat we dit scheepswrak opgraven, is omdat het behoud niet langer mogelijk was", zegt Coenen. "We kunnen er nu nog veel waardevolle informatie uit halen. Met name van de scheepsconstructie. Jarenlang hebben we niet meer in de Waddenzee opgegraven. Voor ons is het ook weer een manier om deze methodiek in de vingers te krijgen."

"Wat er nog onder het zand ligt, weten we niet"

Projectleider en duiker Thijs Coenen

De andere scheepswrakken in de buurt steken ook allemaal uit het zand. "Wat er nog onder het zand ligt, weten we niet. We hebben nog geen technieken om eenvoudig in de bodem te kijken zonder te graven. Een groot aantal van de zestien wrakken hebben we ook afgedekt. En dat houden we ook ieder jaar goed in de gaten."

Amateurduikers

De Texelse amateurduikers die op het Palmhoutwrak hebben gedoken en de jurk hebben ontdekt, doen nu niet mee. "Dat gaat niet vanwege de ARBO-wetgeving", zegt Coenen. "Vrijwilligers mogen niet met ons mee duiken." De Texelaars hebben uit 'Burgzand Noord 9' ook vondsten opgedoken. "We proberen deze vondsten te documenteren en in kaart brengen. Als we een publicatie maken, kunnen we ook het complete verhaal vertellen."

De vondsten zijn eigendom van de provincie en gaan naar het provinciaal depot. "Dan kan er altijd voor gekozen worden om dit materiaal in museum Kaap Skil tentoon te stellen of op een andere plek. In het museum ligt ook al veel materiaal wat al eerder door de Texelse duikers naar boven is gehaald."

Lees ook