Burgers van Haarlem ondersteunen de koers van de Haarlems gemeenteraad: meer ruimte voor groen en fietsen en minder auto's in de stad. Dat blijkt uit de 25 adviezen die aan de wethouders zijn meegegeven.
Afgelopen weekend rondde het eerste Haarlemse Burgerberaad haar werk af. Veel van de adviezen lijken op maatregelen of plannen van de gemeenteraad. Meer en bredere fietspaden bijvoorbeeld, en op meer wegen de maximale snelheid van 30 kilometer hanteren. Ook wordt er gepleit voor betere fietsparkeerplekken, het tegengaan van het wildparkeren van fietsen, het terugdringen van overlaadplekken van vrachtverkeer in de binnenstad en een duurzamere Bloemencorso.
Deze adviezen passeren al enkele jaren de revue bij de vergaderingen van de politici. Zo wordt de 30 kilometer per uur-maatregel al doorgevoerd. Dat hoorden leden van het Burgerberaad vaak voor het eerst, nu ze zelf mochten meedenken. En dat verbaast ze. De belangrijkste tip is dan ook dat de gemeente haar inwoners echt beter moet informeren.
Eerste Haarlemse Burgerberaad
Na 16.000 willekeurig verstuurde uitnodigingen, meldden 650 Haarlemmers zich aan om aan deze pilot mee te doen. Uit deze groep werden 120 mensen geloot, waarvan 90 de eerste van vijf dagen aanwezig zijn. Uiteindelijk blijven 77 mensen over, nadat een paar door ziekte of mantelzorg echt niet meer kunnen komen op de bijeenkomsten op zaterdag.
De groep moest een zo goed mogelijke doorsnee van de inwoners van de gemeente weergeven. Qua leeftijd is dat aardig gelukt, die varieert van 16 tot 84. Er zit minder variatie in de migratieachtergrond.
Een burgerberaad is een middel voor de overheid om inwoners te betrekken bij het nemen van besluiten. Het wordt lokaal, maar ook landelijk toegepast. De burgers krijgen geen beslissingsmacht, maar een burgerberaad moet wel zorgen voor meer betrokkenheid. De politiek krijgt hierdoor beter zicht op hoe de mensen denken over concrete vraagstukken.
Veel leden van het Burgerberaad wisten bijvoorbeeld niet dat Haarlem maar liefst twee klimaatburgemeesters heeft: Ton Belderok en Tim Ruijters. Dat zijn inwoners die inspireren om groener te denken en te leven. Zij moeten zichtbaarder worden. Een raad van ambassadeurs, het liefst uit elke wijk één, zou deze klimaatburgemeesters moeten bijstaan.
Groen raadhuis
Ook moet er meer voorlichting op scholen gegeven worden en in een experience-center moet je terechtkunnen voor vragen over duurzame maatregelen, subsidies en demonstraties. Er is al een dergelijk initiatief in de Kweektuin, waar een groen raadhuis wordt gebouwd.
Het Burgerberaad lanceert ook het creatieve idee om centraal in de stad, bijvoorbeeld op de Grote Markt, een kunstwerk te plaatsen waarop de luchtkwaliteit in Haarlem zichtbaar wordt gemaakt. Daar zou dan op af te lezen moeten zijn hoe het verandert door gedragsverandering van de inwoners. Een wedstrijdelement tussen de wijken zou dan nog meer kunnen stimuleren.
De deelnemers van het Burgerberaad voelen zich erg verantwoordelijk voor hun adviezen. Een beetje sceptisch gaven ze dit weekend bij de presentatie al een dringend advies mee aan de politici: 'Als het niet binnen de taken van de gemeente past, lees dan vooral tussen de regels door'.
Kleine portemonnee en handicap
Sommige adviezen zijn inderdaad out of the box. Zo lijkt een advies over het openbaar vervoer een inkoper, maar is voor een lokale overheid best lastig om waar te maken. Het Burgerberaad wil minder auto's in de stad en dus minder uitstoot van CO₂ vooral bereiken door de busritten binnen Haarlem voor een symbolisch bedrag aan te bieden. Daar moet de gemeente op gaan aandringen bij OV-bedrijven.
Deze wens is vooral ingegeven om inwoners met een een kleine portemonnee of een handicap te helpen bij het maken van 'groenere' keuzes, zo schrijven ze in hun advies.
'Veel inwoners zijn vanwege een handicap toegewezen op de auto en kunnen niet zomaar het ov nemen, laat staan een normale fiets. En sommige mensen hebben genoeg omhanden met het organiseren van hun basisbehoeftes, laat staan dat zij denkruimte hebben voor CO2-reductie.'
Hoe de gemeenteraad hier een antwoord op kan of wil geven, wordt in maart duidelijk. Eerst komt het college van burgemeester en wethouders met een advies, daarna mag de gemeenteraad daar een oordeel over geven.