Ga naar Content

Vitens vindt dat provincie Flevoland regie moet pakken bij tekort drinkwater

Foto: RPO

Om te zorgen dat er in de komende jaren voldoende drinkwater is voor heel Flevoland, moet de provincie de regie pakken en procedures voor vergunningen voor nieuwe waterbronnen versnellen. De huidige procedures duren met 15 tot 20 jaar veel te lang.

Dat was woensdag de boodschap van onder meer drinkwaterbedrijf Vitens en de samenwerkingsorganisatie Waterlab tijdens presentaties voor Provinciale Staten.

Landelijk dreigt er de komende tien jaar een tekort aan geschikte drinkwaterbronnen. Dat komt door de groei van de bevolking en de effecten van klimaatverandering, waardoor er meer droogte is. Diverse waterbedrijven kunnen nu al te weinig water oppompen.

Tekorten in NOP en Urk

In Oostelijk en Zuidelijk Flevoland is er op dit moment nog voldoende drinkwater. Maar gezien de groei van met name Almere en Lelystad moet de capaciteit in 2030 omhoog met vijf miljoen kubieke meter naar 34 miljoen kubieke meter drinkwater. Dat moet worden gevonden in de bestaande bronnen onder Flevoland en Gelderland.

Voor Noordoostpolder en Urk is er nu al een tekort. Eerder dit jaar werd bekend dat de visverwerkende industrie op Urk om die reden geen aansluiting van Vitens meer kan krijgen.

Noordoostpolder en Urk zijn afhankelijk van drinkwater uit Overijssel, maar die provincie heeft zelf al onvoldoende water.

Tot 2030 moet daarom twee miljoen kubieke meter extra drinkwatercapaciteit voor Noordelijk Flevoland worden gevonden. Dat brengt het totaal op zeven miljoen kuub. Vitens wil het liefst toe naar overcapaciteit, zodat er meer drinkwater beschikbaar is dan er wordt verbruikt.

Ketelmeer - Foto: Omroep Flevoland

Oplossingen

Vitens en Waterlab zeggen hiervoor oplossingen te zien. Vitens begint binnenkort een verkenning voor het geschikt maken van oppervlaktewater uit het Ketelmeer voor drinkwater.

Het bedrijf loopt hierbij tegen problemen aan, zei Nancy Mosterman van het waterbedrijf. Die problemen liggen op het gebied van de stikstofuitstoot tijdens de bouwfase en na de realisatie, die moet worden gecompenseerd. Ook moet zijn gegarandeerd dat er stroom is om een verwerkingssysteem te laten draaien.

Vitens vraagt verder meer snelheid in de procedures, want het duurt volgens Mosterman nu 15 tot 20 jaar voordat alle vergunningen rond zijn. De provincie speelt hierin een cruciale rol, vandaar de oproep van Vitens om die termijn echt te versnellen.

IJsselmeerwater

Een andere oplossing voor het drinkwaterprobleem in Noordelijk Flevoland komt van Waterlab. Dat is een samenwerkingsverband van de provincie, Waterschap Zuiderzeeland en de gemeenten. Vitens haakt hier volgend jaar bij aan.

Waterlab stelt een proefproject voor om water uit het IJsselmeer geschikt te maken voor drinkwater of "ander water".

Dit water is niet geschikt voor menselijke consumptie, maar kan wel door onder meer de industrie worden gebruikt. Vooral voor de visindustrie op Urk zou het een oplossing kunnen zijn.

Waterlab denkt dat het mogelijk is om jaarlijks twee miljoen kuub IJsselmeerwater geschikt te maken als drinkwater en het na gebruik weer gezuiverd terug te laten vloeien naar het meer. Die twee miljoen kuub is precies wat Noordelijk Flevoland tot 2030 nodig heeft.

Volgens projectleider Martijn Bijmans is het probleem dat niemand het project oppakt. Er wordt wel gepraat, maar de financiering is nog niet rond. Dat is jammer, want Bijmans denkt slechts drie jaar nodig te hebben om de proef van de grond te krijgen. Het gaat er volgens hem om wie bereid is om het risico te nemen.

Duurder

Bijmans erkent dat drinkwater dat uit oppervlaktewater moet worden gemaakt duurder is dan water uit de kraan. Maar hij stelt dat bedrijven dankzij dat verwerkte water wel door kunnen gaan met hun activiteiten, in plaats van dat ze geen aansluiting kunnen krijgen.

De bespreking in Provinciale Staten was aangevraagd door de BBB en D66. De liberaal-democraten kondigden aan er een vervolg aan te gaan geven. Mogelijk komt er een motie, die het college van Gedeputeerde Staten tot meer urgentie en regie moet aanzetten.