Deze beestjes kom je steeds vaker tegen in warme periodes

De sprinkhaan

De sprinkhaan komt tevoorschijn als het lekker weer is. Het beest gedijt goed in de hitte en komt daarom nog meer voor in de zuidelijke landen van Europa. In Nederland zijn er zo'n 50 soorten sprinkhanen, terwijl dat in landen als Spanje zo'n 350 zijn. 

"Omdat het in Nederland steeds warmer wordt komen ook hier steeds meer nieuwe sprinkhanen bij", vertelt Kleukers. "Een nieuwe soort in ons land is bijvoorbeeld de bidsprinkhaan." Zijn naam heeft hij te danken aan zijn voorpootjes, die hij kan uitklappen om een prooi te vangen. Als deze dicht zijn lijkt het alsof hij aan het bidden is.

De wespspin

Ook de wespspin houdt wel van hogere temperaturen. "Deze spinnensoort eet vooral veel sprinkhanen. Dat komt dus wel mooi uit." In de afgelopen 25 jaar is deze soort flink uitgebreid. "Vroeger zag je deze soort nauwelijks, maar nu houden ze het hier vol."

Tekst gaat verder onder de foto.

De wesp

In het voorjaar zie je bijna geen wesp, ook al kan het dan soms al best warm zijn. Dat komt doordat de wesp eigenlijk vrijwel helemaal uitsterft in het najaar. "Vrijwel alleen de koningenwespen blijven over. In het voorjaar komen deze uit hun schulp en maken ze nieuwe nesten." Rond eind juli, begin augustus zit de wespenfamilie op z'n piek. 

Naast de limonadewesp, die je vooral boven je campingtafel rond ziet vliegen, houdt de Europese hoornaar ook wel van de hitte. Het is een wespensoort die zich de afgelopen jaren ook in Nederland heeft uitgebreid. 

Tekst gaat door onder de foto.

Omdat het in Nederland sinds de jaren 90 steeds warmer wordt, komen er steeds meer verschillende soorten insecten bij. "Insecten hebben een korte levenscyclus en bereiken snel ons land", vertelt Kleukers. In aantallen zijn er wel soorten die het door het warme weer tegenwoordig lastiger hebben, maar in diversiteit neemt het juist toe.

Ziektes of schade

Die uitbreiding brengt ook soorten met zich mee waar niet iedereen op zich te wachten. Insecten kunnen Nederland inkomen doordat ze meereizen met transport, zoals in plantenpotten of hout. Daar kunnen beesten in zitten die ziektes meebrengen, zoals het westnijlvirus. Ook zijn sommige uitheemse insecten schadelijk voor de omgeving. "Dat zijn bijvoorbeeld termieten uit Amerika, of mieren uit Italië."

Volgens Kleukers zijn dat geen leuke beestjes om in Nederland te krijgen, omdat ze ernstige schade kunnen toebrengen aan woningen en houten materialen. In 2020 werden bewoners van een woonwijk in Wageningen geteisterd door een kolonie van uitheemse mieren.