Zeven maanden cel geëist tegen Hilversummer die agent mishandelde

Bijna een jaar geleden, op 14 augustus, werden de politieman in kwestie en een collega opgeroepen om langs te gaan bij een conflict in de relationele sfeer in Hilversum. De verdachte zou een hoog opgelopen ruzie hebben met zijn ex-partner over hun dochter. 

Hij pakte zijn auto om weg te rijden en werd staande gehouden door de twee agenten. Zij vroegen hem om zijn identiteitsbewijs, maar de verdachte weigerde die te geven. Er ontstond een worsteling, waarbij gedreigd werd met een stroomstootwapen en pepperspray. Dat laatste werd uiteindelijk ook gebruikt. 

Wat volgde was een flinke klap in het gezicht van één van de politieagenten. Die was zo hard, dat de agent zwart voor zijn ogen zag en behoorlijk begon te bloeden uit zijn mond. Ook voelde hij dat een tand was afgebroken en een andere tand loszat. De verdachte probeerde vervolgens weg te rennen, maar werd al gauw staande gehouden door de andere agent en meegenomen naar het politiebureau. 

Machteloos

Vandaag tijdens de zitting in Lelystad bleek dat de zaak veel haken en ogen heeft. De 29-jarige Hilversummer vertelde dat hij erg in paniek was op het moment van de aanhouding. Hij voelde zich machteloos, een woord dat hij veel gebruikt tijdens de rechtszaak. Hij toont ook berouw naar de politieagent. 

Hij komt verder moeilijk uit zijn woorden, met name aan het begin van de zitting. "Het is natuurlijk een beetje spannend allemaal", zegt de rechter. "Met zo'n serieuze setting, met rechters, een officier van justitie en meerdere agenten in de zaal. Maar we zijn hier ook om uw verhaal te horen."

De verdachte begint met vertellen en al gauw raakt hij geëmotioneerd. "Ik zat in veel spanningen met mijn ex. We zaten in een moeilijke tijd en nog steeds. Samen hebben we een kind en ik was bang dat vanwege de ruzies ik haar nooit meer zou zien. Toen de politie kwam werd het mij allemaal een beetje te veel."

Andere aanleiding

Met name de paniek was volgens de verdachte de aanleiding van de uit de hand gelopen discussie met de politie. Wanneer de rechter vraagt of dat de enige reden is van zijn agressieve gedrag op het moment van de aanhouding, benoemt de verdachte nog iets. 

"Ik heb chauffeurswerk gedaan, waarin ik soms het gevoel had dat etnisch profileren naar voren kwam. Ik ben vaak staande gehouden tijdens mijn werk zonder enige aanleiding. Ik had het gevoel dat het weer de zoveelste keer was dat ik werd aangehouden vanwege dat."

De advocaat van de verdachte vult aan dat ze samen niet het idee hadden dat deze aanhouding een racistisch motief had. "Het was meer dat dit er mede voor zorgde dat hij zijn emoties wat minder onder controle had. Maar de belangrijkste reden daarvoor was de situatie met zijn dochter."

Verhaal politieagent 

De rechter zegt te begrijpen dat het geen makkelijke periode moet zijn geweest voor de verdachte. Daarna richt hij zich tot de politieagent. "En hoe gaat het nu met u?", vraagt de rechter. "Het gaat nu goed met mij, maar een jaar geleden was dat wel anders." 

"Zoiets doet wel wat met je als mens, ik had dit niet voorzien", zegt het slachtoffer. "Het had even tijd nodig om dit los te laten. Ik kon er de eerste dagen ook moeilijk van slapen. Nachtdiensten vond ik in het begin ook nog lastig. Maar ik probeer nu weer met plezier mijn werk te doen."

De rechter vraagt of het hem enige verlichting geeft dat de agressie van de verdachte niet persoonlijk naar hem bedoeld was. "Ja, de agressie was misschien niet bedoeld naar mij als persoon, maar het neemt de gevolgen niet weg. Ik had veel pijn, zowel psychisch als fysiek."

De agent liep door de klap behoorlijke schade aan zijn gebit op. Hij kon daardoor een lange tijd alleen maar vloeibaar voedsel eten en verloor uiteindelijk ook een voortand. Nu, een jaar later, zit hij nog steeds in een behandeltraject bij de tandarts. 

Ernstig feit

Volgens de officier van justitie is er daarom sprake van zwaar lichamelijk letsel. Ze verwijt het de verdachte dat hij geweld heeft gebruikt tegen een agent die 'gewoon zijn werk deed'. "U had ook u identiteitskaart kunnen geven op het moment dat daarnaar gevraagd werd. Dan had het niet zo ver hoeven komen."

Ze vertelt dat ze wel begrip heeft voor de moeilijke situatie waarin de Hilversummer verkeerde. Toch neemt dat volgens haar niet weg dat het een zeer ernstig feit is. "Het gaat hier om een zware mishandeling van een politieagent. Het had niet zo gehoeven. Het ging alleen maar om het geven van een identiteitsbewijs. Die gaf u niet, maar wel een vuistslag in het gezicht. Dat was totaal misplaatst. Als je je onterecht behandeld voelt, dan zijn er andere manieren."

Strafeis

De officier van justitie eist vanwege de mishandeling en het hardhandige verzet tijdens de aanhouding een gevangenisstraf van 7 maanden, waarvan 4 voorwaardelijk. Ook moet de verdachte, als het aan justitie ligt, bijna 23.000 euro schadevergoeding betalen. 

Over twee weken wordt het duidelijk of de rechtbank hierin meegaat.