Ga naar Content

Van straatkunstwalhalla naar stilte: hoe Amsterdam haar straatartiesten verloor

Ben je deze zomer naar een andere Europese stad op vakantie geweest, dan heb je ze vast wel op pleinen of in parken zien optreden: straatartiesten. Maar waarom zien we ze tegenwoordig nog maar amper in Amsterdam?

Tegenwoordig moet je goed zoeken om in de stad een straatmuzikant, clown of jongleur te vinden. Maar Amsterdam heeft wel degelijk een bruisend straatleven gehad, vertelt Michiel Hesseling. Vanaf 1985 trad hij jarenlang op als jongleur onder de naam 'The Flying Dutchman', vooral op het Leidseplein. "We konden hier wel met vier, vijf shows tegelijk optreden. Iedereen had publiek en plezier", aldus Hesseling. 

Verbodsgebied en vergunningen 

Die goede oude tijd speelde zich af in de jaren 80. Er waren toen weinig tot geen restricties voor straatkunstenaars. "Niet waarvan we wisten in ieder geval", zegt Hesseling.

Maar daar kwam begin jaren 90 verandering in. Er mocht steeds minder van de gemeente, zoals bijvoorbeeld jongleren met vuur. "Terwijl mensen dat juist graag wilden zien", vertelt Hesseling. Ook kwam er een verbod op versterkers en moesten artiesten vergunningen aanvragen.

In 2006 schafte de gemeente de vergunningplicht weer af, maar sindsdien moeten straatartiesten aan allerlei voorwaarden voldoen. Zo mogen ze onder andere maximaal een half uur lang op één plek staan.

Regels voor straatartiesten 

Onder onderstaande voorwaarden hebben straatartiesten en muzikanten tegenwoordig geen vergunning nodig: 

- Straatartiesten mogen maximaal met zes personen tegelijkertijd optreden. 
- Optreden met een draaiorgel, versterker of slaginstrumenten mag niet (ook niet met vergunning). 
- Optreden mag alleen tussen 09.00 uur en 23.00 uur.
- Optreden mag maximaal een half uur op één plek. Daarna moeten artiesten minimaal 100 meter opschuiven.
- Op de meeste plekken in het centrum van de stad zijn straatoptredens helemaal verboden. 

Naast vergunningen kwamen er locatiebeperkingen. Zo is bijna het hele centrum verboden gebied gemaakt, met een paar uitzondering zoals de Dam, het Rembrandtplein en het Leidseplein.

De wereld over 

De gemeente laat weten dat er - naast een aantal vaste vergunningen voor draaiorgels - het afgelopen jaar slechts drie vergunningen zijn uitgegeven. Met zo'n vergunning mag je onder andere met meer mensen optreden en vaker op één plek spelen. Eén van die vergunninghouders is straatartiest Frank van Dijk. Volgens hem leidt het huidige beleid ertoe dat internationale straatartiesten wegblijven.

Het krijgen van een vergunning kan namelijk twee maanden lang duren. "Straatartiesten reizen de hele wereld over, die willen meteen kunnen spelen als ze aankomen. Het werkt natuurlijk niet als je zo lang moet wachten", zegt van Dijk. Dat geldt volgens hem ook voor de kosten van zo'n vergunning, namelijk ruim 212 euro. 

Cashless 

Niet alleen het beleid veranderde in de loop der jaren. Ook de manier van betalen. Zo stond Amsterdam volgens de Nederlandse Bank in 2022 op de tweede van de meest cashless steden in Europa. Dit heeft zeker invloed op artiesten die met de pet rondgaan zegt Hesseling. "Het is toch een extra handeling met zo'n QR-code", vertelt hij. Toch denkt hij niet dat het de reden is dat er minder straatartiesten in de stad te vinden zijn. "Die trend was er al lang voordat het cashless werd", zegt hij.