Ga naar Content

De basisscholen gaan weer beginnen: gaat dat wel lukken met het nijpende lerarentekort?  

Na het weekend gaan de basisscholen weer van start. Scholen trekken alles uit de kast het lerarenbestand voor aankomend jaar rond te krijgen. Wie of wat gaat het nijpende lerarentekort oplossen? "Het is een veelkoppig monster."

Foto: ANP

Na zes weken vakantie beginnen de scholen in regio Noord maandag weer. Terwijl leerlingen fris en vol energie aan het nieuwe schooljaar beginnen, zijn schooldirecteuren en besturen al weken bezig om het lerarenbestand op orde te krijgen.  

Landelijk gezien is er sprake van een tekort van 10 procent. Noord-Holland past in dat landelijke plaatje. In de Randstad is het tekort nog nijpender: in steden als Amsterdam is er soms sprake van een tekort van 25 procent.  

Alles uit de kast 

De cijfers zijn niks nieuws: al jaren is er structureel sprake van een lerarentekort. Het zorgt in de aanloop naar komend schooljaar ook in de provincie voor het nodige gepuzzel en maatwerk, vertelt Thijs den Otter van de PO-raad, de sectorvereniging voor het primair onderwijs. Volgens hem trekken scholen ‘alles’ uit de kast om het lerarenbestand voor aanstaande maandag rond te krijgen.  

Den Otter: "Vaak zijn het zijinstromers, soms zijn het leraren in opleiding. Ook wordt er een mouw gepast aan wat ondersteuning voor de klas." Al met al is het volgens hem niet ideaal: "Je wil gewoon een leraar met een diploma voor de klas."

Het nijpende lerarentekort was voor de Hogeschool Inholland reden voor verandering: vanaf dit jaar start de pabo-opleiding met een aangepast curriculum. Zowel in Alkmaar als Haarlem kunnen studenten de lerarenopleiding in de provincie volgen. Studenten krijgen (nog) meer praktijkgericht onderwijs, legt Gert Mallegrom uit. Hij is regiomanager binnen de opleiding.

"Een student is eigenlijk nog niet klaar om de verantwoordelijkheid van een groep te dragen"

Gert Mallegrom, regiomanager pabo-opleiding Hogeschool Inholland

Collega's en Mallegrom zelf zien dat hun pabo-studenten steeds sneller en eerder in de opleiding voor de klas worden gezet. Mallegrom: "Dat is aan de ene kant mooi en eervol. Maar de andere kant van de medaille is er ook: het gaat ten koste van de opleiding."

Gezien de problematische situatie in het onderwijs begrijpt de pabo-docent dat het nu ‘gaat zoals het gaat', maar toch keert volgens hem de wal het schip. "Een student is eigenlijk nog niet klaar om de verantwoordelijkheid van een groep te dragen." Met als gevolg dat de werkdruk onder studenten van de lerarenopleiding vaak te hoog is en studenten de studie vroegtijdig staken. 

Mallegrom gebruikt een net behaald rijbewijs als metafoor en legt uit: "Als je geslaagd bent voor het rijexamen, kun je ook niet gelijk als een ster autorijden. Datzelfde geldt voor een junior leerkracht. We moeten niet doen alsof diegene alles dan al kan. Daar moet je zorgvuldig mee omgaan. De kans is anders groot dat een (net afgestudeerde) student afhaakt."

En daarom worden pabo-studenten vanaf dit jaar anders opgeleid. Niet de inhoud van de vakken, zoals rekenen en taal, staat centraal, maar de taken als leraar worden als startpunt genomen. Op deze manier hoopt de hogeschool een brug te slaan tussen theorie en praktijk.

Veelkoppig monster 

Floor de Booys van de Algemene Onderwijs Bond (AOB) noemt het lerarentekort een 'veelkoppig monster'. In het aantrekken van leraren liggen volgens haar ook nog andere kansen. Ze specificeert: bij de 'stille reserves'. Ofwel mensen die niet meer in het onderwijs werken, maar wél in het bezit zijn van een bevoegdheid. Deze groep kan 'zo' weer voor de klas want de bevoegdheid is een leven lang geldig. 

Wat daarvoor nodig is? Een verlaging van de werkdruk, aldus De Booys. Iets dat volgens haar niet onmogelijk is, maar vraagt om een creatieve invulling van het onderwijs. De Booys: "Een leraar die eerst even haar eigen kinderen naar school wil brengen, kan bijvoorbeeld het eerste uur worden opgevangen door een onderwijsassistent."

Eén hardnekkig cliché wil ze in ieder geval graag wegnemen: werken in het onderwijs loont wél. Lage salarissen in het onderwijs? Daar is volgens haar geen reden toe. Ze besluit: "Leraren in het basisonderwijs krijgen nu een prima salaris. Je kunt nu in het onderwijs gewoon best goed verdienen."

Lees ook