Ga naar Content

Binnenkijken bij vluchtelingen: Haarlemse noodopvang gooit deuren open

Hadil (30) uit Jemen heeft volop plannen, maar hij moet ze nog even uitstellen. Al anderhalf jaar woont hij in de Beijneshal in Haarlem, die sinds juni 2023 honderd mannelijke vluchtelingen opvangt als crisisnoodopvang. Op burendag komen tientallen geïnteresseerden een kijkje nemen.

Belangstellenden namen een kijkje in de Haarlemse noodopvang voor vluchtelingen. - Foto: Ron Moelijker/Rode Kruis

Hadil verzorgt deze zaterdag een spontane rondleiding door de grote ruimte. Terwijl hij langs de deuren loopt waarachter kamers zijn gemaakt, vertelt hij hoe hij elke dag opnieuw hoopt op antwoord op de vraag of hij in Nederland mag blijven.

Na zijn studie in India en Tsjechië besloot hij niet terug te keren naar zijn land, waar een bloederige burgeroorlog woedt. Al twaalf jaar lang heeft hij zijn familie niet gezien, maar teruggaan naar Jemen betekent dat hij zich moet aansluiten bij de vechtende partijen. En dat wil hij niet.

Sporten, Nederlandse les en wandelingen

Daarom wacht hij al anderhalf jaar op het verlossende woord. “Soms is het frustrerend. Dat mannen die na mij zijn gekomen, eerder weg mogen omdat ze een status hebben gekregen.” Waar het aan ligt, dat weet hij niet, maar tot die tijd vult hij zijn dagen met sporten, Nederlandse les en wandelingen door de stad.

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Sinds juni 2023 worden in voormalig sportcentrum Beijneshal weer vluchtelingen opgevangen - Foto: Ron Moelijker

Tegen de wanden staan allemaal schoenen omhoog. “Het heeft zoveel geregend, daarom staan ze te drogen”, legt Hadil uit. Bij de deur van zijn kamer houdt hij stil. De kamer oogt vol. Hadil deelt hem dan ook met drie andere mannen.

Vier bedden staan met het hoofd en voeteneind tegen elkaar aan tegen de zijkanten. En in het hoekje staat nog een kast. Dat de plafonddelen er half uit liggen, heeft alles te maken met de warmte afgelopen zomer. “Het was zo warm in de kamer. Nu ventileert het nog een beetje.”    

Tafeltenniskampioen

Snel trekt hij de deur weer dicht en loopt hij verder. Langs de fitnessruimte aan de achterkant van de kamers, waar hij elke ochtend zijn work-out doet en verder naar de hoek met de tafeltennistafel.

Hij wil graag werken als vliegtuigbouwkundige. Eerst voor een bedrijf en dan voor zichzelf. Maar omdat hij zijn papieren nog niet heeft, focust hij zich nog even op andere dingen. Zoals tafeltennissen. Een brede lach verschijnt op zijn gezicht. “Toen ik hier kwam, had ik nog nooit gespeeld. Nu ben ik de kampioen.”   

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Honderd mannen wonen in de noodopvang in de Haarlemse Beijneshal. - Foto: Ron Moelijker/Rode Kruis

Een aantal mannen zit voor de televisie naar een voetbalwedstrijd te kijken. Anderen komen zelf in actie en vermaken zich rond de tafelvoetbal. Op de tafels bij de wand zit Nadia Wouters uit Overveen met haar twee kinderen te schilderen.

Ze is hier gekomen omdat ze haar kinderen wil meegeven dat er meer is dan de welvarende bubbel van haar dorp. Dat niet iedereen het zo goed heeft als zij. “Hoe is het om van de een op de andere dag te moeten vluchten en alles achter laten? Wat doet het met een mens? En waar kom je dan terecht?” Nadia zwaait met haar armen om zich heen: “Hier dus.”

Met vier vreemden in een kamer

“Dan woon je opeens met drie vreemden in één kamer. Mijn kinderen vroegen zich net af of daar echt mensen slapen en wonen.” Ze stoort zich ook heel erg aan mensen die denken dat iemand voor de lol zijn gezin en andere familieleden achterlaat. “Mensen die zeggen dat ze hier alleen maar zijn om van te profiteren, met ons geld aan de haal gaan en al dat soort praat. Alsof je voor je plezier alles achterlaat.”  

Haar jongste zoon kijkt tevreden naar zijn geschilderde tekening, dan springt hij spontaan op en loopt naar het tafelvoetbalspel waar hij enthousiast door de mannen wordt onthaald. Ze lijken de afleiding wel te waarderen.

Tekst loopt door onder de foto.

Tafelvoetballen in de Haarlemse Beijneshal, noodopvang voor vluchtelingen. - Foto: Ron Moelijker/Rode Kruis

Dat beaamt ook Oleg (33). De Rus, die Nederlands en Engels door elkaar spreekt, kwam twee maanden geleden in de Beijneshal terecht, maar hij is al sinds 2022 in Nederland. De Haarlemse opvang is zijn zesde opvanglocatie.

“Alle opvanglocaties zijn anders. In sommige zijn veel kinderen, in de meeste hoor je de hele dag door Arabische muziek en sommige waren in kleine dorpen met weinig mensen. Dat is hier anders.”

Wachten is mentaal zwaar

De elektrotechnisch ingenieur vindt het leuk dat de Haarlemmers langskomen om gesprekken te voeren. “In de stad is gewoon meer te doen.” En hoewel hij het een mooie stad vindt waar hij graag doorheen wandelt en de musea bezoekt, wil hij het liefst een baan.

Maar net als Hadil en de andere mannen wacht hij geduldig op die gewenste verblijfsvergunning. "Wachten en maar wachten. Dat is mentaal zwaar, maar we zijn hier wel veilig." 

Lees ook

Meer nieuws uit Haarlem e.o.?

💬 Blijf op de hoogte via onze Facebookgroep Nieuws uit Haarlem en omgeving. Reageer, discussieer en deel jouw nieuws.

📰 Volg de laatste berichtgeving altijd via NHNieuws.nl/Haarlem.

🔔 Download de app en krijg een melding bij belangrijk nieuws uit jouw buurt

📧 Stuur ons jouw tips op [email protected]

✏️ Tikfout gezien? Laat het ons weten via [email protected]