Verdachten mega-drugslab 'wisten van niks': "Dacht dat het een chemisch bedrijf was"

De politie trof in de loods in Rijsenhout op 17 februari het grootste drugslab in Noord-Holland ooit aan. Er stonden vaten met daarin tienduizenden liters chemicaliën en meer dan 1100 kilo aan drugsafval van de drug 4-CMC, met een straatwaarde van drie miljoen euro. Lege verpakkingen van middelen om de drug mee te maken doen de politie vermoeden dat een lading ter waarde van bijna 6 miljoen euro al is verkocht. 

De Poolse en Roemeense verdachten kozen er tot gisteren voor om te zwijgen. Oleg M. en Krystyn D. besloten tijdens de zitting hun verhaal te doen. Victor B. liet dat over aan zijn advocaat. 

M. beweert enkel te zijn ingehuurd als chauffeur. Hij moest goederen van en naar de loods brengen, maar zegt niets over de inhoud te weten. "Ik dacht dat het een of ander chemisch bedrijf was. Ik dacht: ik hoef niks te vrezen en dat deed ik ook niet."

Een fout tijdens het uitladen leidt de politie uiteindelijk naar het drugslab. "Bij het uitpakken gleed één krat uit mijn armen. Die raakte een plastic reservoir en er kwam vloeistof naar buiten. Een witte mist verspreidde zich en het werd moeilijk om te ademen", vertelt M. 

Een buurtbewoner belt na het zien van de rook de brandweer en die schakelt de politie in. M., D., en B. zijn op dat moment aanwezig in het pand en worden gearresteerd. D. kwam naar eigen zeggen iets eerder dan de politie bij de loods aan. Hij zou het busje waar zijn vriend in reed op zijn naam hebben gehuurd. Die heeft namelijk geen verblijfsvergunning en kon daarom de bus niet op zijn eigen naam huren.

Niet aan het werk

"Hij is niet binnen aan het werk aangetroffen en had ook geen werkkleding aan", stelt zijn advocaat Cem Polat waarom D.'s betrokkenheid niet bewezen kan worden. Advocaat Daniek Roelofsen zegt dat haar cliënt Victor B. voor het eerst in de loods was. "Hij kon dus niet weten wat hij die dag in de loods zou aantreffen."

De officier van justitie gelooft niks van die verhalen. Volgens haar kan wel degelijk worden bewezen dat de drie betrokken waren bij het productieproces. "In de ruimte waar de drugs is aangetroffen zijn ook gezichtsmaskers aangetroffen. Op die maskers is DNA aangetroffen van alle drie de verdachten."

Hoge opruimkosten vergoeden

Daarnaast zeggen getuigen die ook een loods op het terrein huren de drie mannen daar wel vaker te hebben gezien. Die verklaringen worden in het geval van D. en M. ondersteund met telefoongegevens die laten zien dat zij eerder in de buurt van de loods zijn geweest. D. is in Polen al twee keer veroordeeld tot een jarenlange gevangenisstraf voor betrokkenheid bij de productie van drugs. 

Als het aan de officier ligt, gaan de mannen in totaal 6 jaar de cel in voor het runnen van het megadrugslab. De 234 dagen dat zij al in voorarrest zitten worden daar vanaf getrokken. Ze wil ook dat zij de kosten die zijn gemaakt om de drugs te vernietigen gaan terugbetalen.

"Het opruimen van deze gevaarlijke situatie heeft de staat bijna 300.000 euro gekost. Wat het OM betreft moeten de verdachten elk een derde daarvan terugbetalen." De rechter doet op 21 oktober uitspraak in de zaak.